De witte pluimen en lange smalle bladeren van de Cortaderia selloana 'Pumila' dansen sierlijk op het ritme van de wind. Dit compacte pampasgras kan goed tegen vorst en groeit prima op vrijwel iedere bodem.
Pluizige pluimen
Pampasgras (Cortaderia) groeit vooral op drogere Zuid-Amerikaanse berghellingen en grasvlaktes of pampa’s. Er bestaan zo’n 25 wilde soorten. Vooral de Cortaderia selloana is, met haar grote pluimen en lange bladeren, een indrukwekkende plant in je tuin. De stengels van grotere soorten kunnen tot wel 300 cm hoog reiken. Voor de kleinere tuin of op je terras is de gekweekte Pumila een prima keus. Dit pampasgras houdt het bij 120 tot 150 cm en blijft in een pot nog wat kleiner.
Vrouwelijke charme
De Cortaderia selloana 'Pumila' is een tweehuizige plant, wat betekent dat er mannelijke én vrouwelijke planten van deze soort bestaan. Vooral de vrouwelijke planten hebben een mooie bloeiwijze met sierlijke bloempluimen, vandaar dat tuinders vooral deze kweken door vermeerderen. De Pumila bloeit van augustus tot in oktober. Tijdens een nazomer met rustig weer kunnen haar witte bloemen nog maanden mooi blijven. De gedroogde pluimen staan ook mooi in een hoge vaas.
Scherpe sierlijke bladeren
Pampasgras is een hele makkelijke plant. Ze groeit prima op allerlei grondsoorten, zolang die goed doorlatend is. Ook kan ze goed tegen wind en wat winterse kou. Grotere soorten kunnen prima alleen een deel van je tuin opsieren, maar met de compactere Pumila kun je wat meer kanten op. De scherpe, smalle bladeren van dit siergras zijn opvallend langwerpig en hangen mooi breed over. In het naseizoen kleuren ze van donkergroen naar gelere tinten.
Overal thuis
Pampasgras voelt zich op vrijwel iedere grondsoort thuis. Met deze tips geniet je jarenlang van je sierlijke Cortaderia selloana 'Pumila':
- Plant dit siergras op een plek in de volle zon, of met wat lichte schaduw.
- Verwijder de bladeren niet tijdens de winter. Ze vormen een goede bescherming tegen de kou.
- Vooral de jonge planten moet je beschermen tegen vrieskou. Bind de droge bladeren samen en bescherm de onderkant met bijvoorbeeld stro of bladeren.
- Knip na de winter de oude en dode bladeren en stengels weg, of snoei de plant terug tot een hoogte van ongeveer 30 cm, zodat zij weer opnieuw kan gaan groeien.